Deel 2 van deze trip door Myanmar brengt ons naar Bagan. In het eerste deel hebben jullie kunnen lezen dat we onze tour begonnen zijn in het prachtige Mandalay. Na het heerlijke uitgebreide ontbijt in ons hotel, vertrekken we op tijd richting Bagan. Voordat we Mandalay achter ons laten en verder het binnenland inrijden, stoppen we even bij een groter tankstation. Hier bestellen we een ‘coffee to go’, waarbij we vergeten te zeggen dat suiker overbodig is. De koffie is echt mierzoet. Ze houden hier wel van suiker en zullen dit dus vaak standaard in je koffie doen. Zonder suiker is geen probleem, maar dan moet je het er wel bij zeggen.
De rit naar Mandalay duurt ongeveer 4 uur. Toch is het geen straf om een lange tijd in de auto te zitten. Het is een mooi landschap om door heen te rijden. Met grote ogen en als een klein kind zit ik vaak vol verbazing te kijken… Het lijkt wel of ik voor het eerst op reis ben (terwijl ik toch al aardig wat landen heb bezocht). De ene auto of truck is nog meer beladen dan de ander. Ik vraag me steeds weer af of er wel eens eentje omvalt. Dat kan bijna niet anders. Bovenop puilen de jute zakken van alle kanten uit. Soms zitten er ook nog mannen of vrouwen bovenop. Het ziet er doodeng uit. Niemand kijkt er echter van op. Het is hier in Myanmar de dagelijkse gang van zaken.
Een kudde buffels loopt over de weg. Ze gaan voor niets of niemand aan de kant. De boeren proberen ze naar de kant te drijven, maar dat is een onmogelijke taak. Het levert bijzondere plaatjes op. Onderweg komen we langs primitieve huisjes van gevlochten bamboe. Het ziet er erg mooi uit… Zal het ook praktisch en comfortabel zijn?
Tempelstad Bagan
Bagan, ook wel Pagan genoemd, staat bekend als de stad met de meeste tempels, stupa’s (van oorsprong een massieve structuur welke de relikwieën van een boeddhistische heilige bevat) en ruïnes ter wereld. Het waren ooit meer dan 10.000 tempels, ongeveer 1000 stupa’s en 3000 kloosters. Tegenwoordig wordt het aantal geschat rond 2200 verspreid over een oppervlakte van 42 vierkante kilometer. Niemand weet het exacte aantal. Het werd in 849 gesticht als de hoofdstad van het Bagan-rijk. Eenmaal in Bagan aangekomen, rijden we gelijk naar de eerste tempels. Ze doemen overal op uit het roestbruine zand. Bijzonder om te bedenken dat de meeste dateren uit de 11de en 12de eeuw… Wij zijn er in de warmste maand van het jaar en dat merken we direct. Het is in april erg belangrijk om de tempels in de vroege ochtend of aan het einde van de middag te bezoeken. De tegels van de tempelgrond zijn zo heet dat het pijn doet en je letterlijk moet rennen om bij de tempel te kunnen komen.
We gaan eerst naar het hotel om ons op te kunnen frissen en onze kleine man ook wat kan rusten. We spreken met de chauffeur af ons aan het einde van de middag weer op te halen voor een tour met paard en wagen langs de tempels.
Tijdens onze tour langs de tempels, lijken we de enige toeristen te zijn. Dit is duidelijk een voordeel van reizen in het laagseizoen. Heel bijzonder om zo hobbelend met paard en wagen langs deze tempels te rijden. Het is een doolhof en de ene tempel is nog indrukwekkender dan de ander. Je rijdt hier door een rijke geschiedenis… Na afloop rijden we met de minibus richting de Irrawaddy rivier voor een boottocht om de zonsondergang te zien. We krijgen een privé boot en thee/koffie met traditionele tamarinde snoepjes. Ons zoontje is er dol op! Een fijne afsluiter van weer een bijzondere dag!
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, welke tempel is het mooiste van het land?
De volgende dag staan uiteraard tempels op het programma. De tempels in Myanmar, met name in Bagan zijn totaal anders dan de tempels in Thailand en ook anders dan in Cambodja. Het geeft een hele andere sfeer wat moeilijk uit te leggen valt, maar zeker de moeite waard is om zelf te gaan ontdekken. De rood stenen tempels in Bagan dateren vaak uit de 11de of 12de eeuw en hebben vaak een ronde of vierkante basis. In de tempels is het donker, er vallen lichtstralen door kleine raamopeningen. Tezamen met de bijzondere, oude muurschilderingen over het leven van Boeddha geeft dit een magisch effect.
Als eerste bezoeken we de Shwezigon Pagoda, een van de oudste pagodes in Bagan. Een echte must-visit wanneer je Bagan bezoekt. Het is een belangrijke pelgrimsplaats. Deze pagode is aan het begin van de 11de eeuw gebouwd en veel pagodes zijn gebouwd met deze als voorbeeld. Hij heeft een interessante geschiedenis waar de gids graag over vertelt. Het belangrijkste aspect is waarschijnlijk wel dat de 37 nats (geesten) hier werden erkend als de 37 belangrijkste nats. Voor de komst van het Theravada boeddhisme, speelden deze nats een belangrijke rol binnen de religie van Myanmar. Er werd veel geofferd als respect voor deze geesten. Tegenwoordig vind je in veel tempels en pagodes naast afbeeldingen van Boeddha nog steeds veel afbeeldingen van deze nats. Er wordt gelijkwaardig geofferd aan beiden. De offers aan Boeddha zijn gelinkt aan de volgende levens en de offers aan de nats zijn voor de problemen die iemand ervaart in het huidige leven.
De gouden ‘bel’ glinstert in het zonlicht. Er lopen veel monniken rond, monniken die graag een praatje maken of met onze klein man op de foto willen. Mannelijke monniken hebben dieprode gewaden aan, vrouwelijke monniken roze. Het is er aangenaam rustig met mensen die bidden en offeren. Dit zal in november/december wel anders zijn. Eén keer per jaar vindt namelijk het Shwezigon Festival plaats, waar veel monniken en pelgrims op afkomen. Dus mocht je rond deze periode naar Bagan komen, dan is het zeker de moeite waard om na te gaan wanneer het festival precies wordt gevierd. De datum is namelijk afhankelijk van de nieuwe maan. Voor 2018, wordt dit 19-22 november.
Een andere tempel die je niet mag missen tijdens je bezoek aan Bagan, is de Ananda tempel. Onze gids vertelt ons dat de tempel net “gereinigd’ is. Volgens hem is het de mooiste tempel in Bagan. De tempel ziet er zeer fraai uit en heeft een andere stijl dan de meeste andere tempels! Hij heeft Mon en Noord-Indiase kenmerken. Maar hij is niet alleen mooi van de buitenkant. De binnenkant is ook zeer indrukwekkend. Vier zeer grote Boeddhabeelden van elk 9,5 meter hoog pronken binnenin. Ook deze tempel kent veel details. Door samen met een lokale gids, die alle bijzonderheden weet te benoemen, door de tempel te wandelen gaat hij nog meer leven.
De derde tempel die we vandaag bezoeken is de Manuha tempel. Van de buitenkant ziet hij er misschien minder interessant uit, maar dit is een zeer belangrijke tempel voor de lokale bevolking. Er bevinden zich een aantal enorme Boeddha beelden, waarvan er één ligt. Voor de tempel bevindt zich een gigantische rijstschaal, die werd gebruikt voor het aanbieden van rijst aan de monniken door de lokale mensen. Deze is zo groot dat je een trapje moet beklimmen om erin te kunnen kijken. Veel mensen laten hierin een donatie achter.
In de avond brengt de chauffeur ons naar een stupa waar we op mogen om de zonsondergang te bekijken. Wauw! We genieten van een adembenemende zonsondergang waarbij we uitkijken over de groen omgeving met al haar tempels en pagodes zo ver het oog reikt. Onze zoon is ondertussen met een lokaal meisje aan het spelen. Taal maakt niet uit als je steentjes en een verrekijker hebt om mee te spelen.
Bezoek aan het platteland
Onze laatste dag in Bagan staat in het teken van een bezoek aan een lokaal dorp. Hiervoor moeten we ongeveer een uurtje het binnenland inrijden. Een bijzondere man met sigaar staat ons al op te wachten om ons door het heilige bos naar een 100 jaar oude Tamarinde boom te leiden. In het dorpje lijkt de tijd stil te hebben gestaan… Wat een tegenstelling met het Bangkok waar wij wonen. Mannen en vrouwen met buffel en wagen rijden door de stoffige zandwegen en bewerken het land. Een vrouw zit onder het rieten dak van haar open keuken palmsuiker te koken. Het lokale tempeltje is eenvoudig en daardoor juist heel mooi… We drinken thee en leren hoe lokale snoepjes, palmsuiker met verschillende smaken en palm juice gemaakt worden.
Mount Popa
Daarna rijden we door naar Mount Popa die 737 meter boven het landschap uitreikt. Als we in de buurt komen, lopen we eerst naar een uitzichtpunt. Dat ziet er indrukwekkend uit! De berg is ontstaan uit een vulkaan die ongeveer 250.000 jaar geleden is uitgebarsten. Bij aankomst worden we vriendelijk opgewacht door tientallen apen. Normaal gesproken heb ik het niet zo op apen bij tempels. Overal in Azië kom je ze tegen. Ze zijn niet altijd even vriendelijk en geneigd om eten van je af te pakken. Deze apen zijn gelukkig rustig. Zo lang je geen eten bij je hebt, laten ze je met rust. Iedereen loopt achter elkaar de trappen op omhoog naar de tempel op de top. De apen kijken vanaf de zijlijn toe, mannen dweilen de grond om deze schoon te houden. Af en toe komt er een vieze lucht je neus binnen, onder de trappen lijkt het soms wel een vuilnisbult. Maar eenmaal op de top aangekomen, worden we beloond met een fenomenaal uitzicht, gouden beelden en bellen en een oase van rust. Dan beginnen we weer aan de terugtocht. Eenmaal beneden kijken we onze ogen nog even uit bij alle eetstalletjes, open bussen die volgeladen worden met allerlei koopwaar, tassen en mensen. Je zou hier gewoon al ergens op een stoeltje kunnen gaan zitten om alle bedrijvigheid in je op te nemen.
Deze dagen in Bagan waren een mengelmoes van bijzondere heilige oude tempels, het lokale leven van dichtbij, mooie landschappen en heel veel cultuur. Erg indrukwekkend. Myanmar is niet lang geleden opengesteld voor het toerisme en ik denk dat dit land in een rap tempo kan gaan veranderen. Wacht dus niet te lang om dit authentieke Myanmar mee te kunnen maken.
Deel 3 van deze serie neemt je weer mee naar Mandalay. Lees hier snel verder!