Het is nog maar net licht of je vertrekt per minibus van Hanoi naar Ha Giang, waar de komende dagen een mooi avontuur op het programma staat.

Je bent nu in het noordoosten van Vietnam, China is nog maar enkele tientallen kilometers ver. Ha Giang is een afgelegen rustige provincie die wordt gedomineerd door een ruig landschap van bergen en rivieren. De wegen waarover je de komende dagen dit gebied gaat ontdekken liggen in een slinger als losse touwen tegen de bergwanden. Hier is het onderweg niet moeilijk een plek te vinden waar je zo ver als je kunt kijken een adembenemend landschap zult zien.

Onderweg naar je homestay in Ha Giang stoppen we even bij de etnische minderheid Pa Then, die van hennep kleding en huishoudelijke producten weven.

We vervolgen onze weg met de Ha Giang Loop in noordelijke richting, naar de grens met China.

Het is ongeveer 60 km naar het Dong Van Karst Plateau Geopark. Het bestaat voor zo'n 80 procent uit kalkstenen rotsformaties en bergen en is daarmee waarschijnlijk het ruigste gebied van de hele Ha Giang regio.

Dong Van ligt op 1.200 meter boven de zeespiegel en was de hoofdstad van de Hmong etnische minderheden. Dit gebied bleef onafhankelijk toen de rest van Vietnam werd ingelijfd door de Fransen. Je kijkt rond bij het huis van de koning van de Hmong die aan dat verzet leiding gaf.

Je gaat ook even op bezoek bij de de Lo Lo in Pho Cao (of afhankelijk van de planning een andere minderheid) en de Quang Ba markt.

En natuurlijk rijden we ook naar Lung Cu, waar je de top van de beroemde Flag Tower bezoekt en een prachtig uitzicht hebt op de Vietnamees-Chinese grens.

Ben je toevallig op zondag in Dong Van, dan kun je de markt bezoeken. Van eten, tot traditionele kleding en buffels, alles wordt hier verhandeld.

Het wordt weer een dag met schitterende vergezichten. Ook wel een pittige autodag, omdat vooral het laatste stuk over een nogal kronkelige bergweg gaat.

Onderweg is er genoeg tijd om foto's te maken. Bijvoorbeeld bij een van de prachtigste vergezichten van deze reis: de Ma Pi Leng Pass. Diep tussen de indrukwekkende bergen zoekt de Nho Que rivier ruimte om naar lager gelegen gebied te stromen.

We stoppen ook bij de Meo Vac markt in het gelijknamige stadje. En we gebruiken de lunch in Bao Lac Townville. De overnachting is in een homestay in de buurt van het Ba Be Lake.

Na het ontbijt rijden we een klein stukje naar de aanlegsteiger waar we aan boord gaan van onze privéboot voor een cruise over de Nang rivier. We varen door de Puong grot (30 meter hoog en 300 meter lang) en gaan naar de Dau Dang waterval. Deze laatste strekt zich over een kilometer uit en laat het water via meerdere terrassen langs grillige rotsen wegstromen.

Na de lunch varen we verder stroomafwaarts naar het Ba Be meer (eigenlijk drie verschillende meren die met elkaar verbonden zijn), voordat we aanmeren bij het dorp Pac Ngoi van de Tay bevolking.

Optionele activiteit vanavond is het opzetten van een traditionele dansvoorstelling door de vrouwen van de Tay etnische minderheid.

De Ban Gioc waterval op de grens van Vietnam en (net niet) China is de grootste en mooiste van Vietnam, en waarschijnlijk van de verre omstreken. Dat wil je zien, dus gaan we daar vandaag naartoe.

Onderweg passeren we dorpjes van Hmong, Zao, Tay en Nung etnische minderheden. We komen iets voor lunchtijd aan in Cao Bang en besteden wat tijd aan het verkennen van dit stadje en een bezoek aan de lokale markt.

Na de lunch gaan we naar de Ban Gioc waterval. Nadat je meer dan genoeg foto's hebt gemaakt (ook van de top!), kun je ervoor kiezen om te gaan zwemmen of een tochtje met een bamboe vlot te maken (niet inclusief).

Bij zonsopgang kun je de tram nemen naar de Truc Lam Ban Gioc Pagode, waar je prachtige foto's kunt maken van de Ban Gioc vallei en de grens kunt bekijken. Bij deze pagode worden Boeddha, Mau (de Moeder van de Vietnamezen) en de Tran-koningen aanbeden die het Yuan-leger uit Vietnam hebben verdreven.

Na het ontbijt rijden we naar de Nguom Ngao grot en beginnen we met een verkenningstocht van 2,5 kilometer door het berggebied en de grot, waarbij we duizenden stalactieten en stalagmieten in de vorm van verschillende diersoorten zien. We verlaten de prachtige grot aan de andere kant van de berg en stappen in de minibus, want het is tijd voor de lunch.

In de namiddag beginnen we bij Quoc Dan aan de 7 kilometer lange trekking naar het stadje Quang Uyen. We passeren een dorpje waar handgemaakt papier door de Nung etnische minderheid wordt vervaardigd.

Voordat we terug rijden naar Hanoi, waar deze bijzondere week eindigt, kijken we nog bij Lang Son, een van de drukste grensovergangen in Noord-Vietnam. Ook de Dong King grensmarkt staat op het programma. Als het goedkoop is en uit China komt, dan wordt het hier verkocht. De rit naar Hanoi duurt ongeveer drie uur. We lunchen onderweg.